Patiënten informatie maatvoering hartklepprothese

donderdag, 23 mei, 2019

Het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie werd verrast door een artikel in de Telegraaf van donderdag 23 mei 2019. In dit artikel wordt gesuggereerd dat door onduidelijkheid over de maatvoering van hartkleppen, patiënten die een klepoperatie ondergaan een onnodig risico lopen op overlijden of op een nieuwe operatie om een te kleine hartklepprothese te vervangen.

De Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie (de beroepsgroep van hartchirurgen) hoopt met onderstaand bericht eventuele onnodige onrust onder patiënten die door dit artikel is veroorzaakt weg te nemen.

Patiënten met een ernstige hartklepafwijking ondergaan een klepvervanging om klachten zoals benauwdheid te verhelpen. Daarnaast is een klepoperatie vaak levensreddend en dus levensverlengend. Het kiezen en implanteren van de juiste hartklepprothese is letterlijk maatwerk. Om het beste resultaat te behalen voor de patiënt is het belangrijk te kiezen voor een klepprothese die lang meegaat, een maximale opening heeft en een zo laag mogelijke kans heeft op complicaties, zoals stolselvorming.

Klepprothesen worden door verschillende fabrikanten geleverd in standaard maten die op de verpakking worden aangeduid (21 mm, 23 mm, 25 mm, 27 mm, etc). Door gebruik te maken van een pasmaat die behoort bij een bepaalde hartklepprothese wordt de weefselmaat van de individuele patiënt gemeten, nadat de zieke hartklep verwijderd is. Op basis van deze metingen kiest de hartchirurg vervolgens een zo groot mogelijke passende hartklepprothese. Soms is er voor het lichaam van de individuele patiënt eigenlijk een nog grotere klepprothese nodig. Bijvoorbeeld bij patiënten met een hart met kleine afmetingen waarbij een grotere klepprothese niet in het weefsel past. Tijdens de operatie kan de chirurg dan met technische aanpassingen een grotere maat klepprothese implanteren.

Na de operatie wordt de weerstand die een klepprothese veroorzaakt in de bloedstroom met behulp van echo gemeten. Ook wordt de patiënt regelmatig poliklinisch teruggezien door zijn/haar cardioloog om de functie van de klep met echo te beoordelen. Het merendeel van de patiënten heeft profijt van hun nieuwe hartklep.

Zoals gezegd hanteren fabrikanten van klepprothesen standaard maten op hun verpakkingen. Toch zijn er onderlinge verschillen met betrekking tot maatvoering tussen de hartklepfabrikanten. Ook de gemeten weerstand over de klep (gemeten in het laboratorium en met echo in de patiënt) kan niet goed vergeleken worden tussen de klepfabrikanten en de gevoerde maten. De Nederlandse hartchirurgen zijn hiervan op de hoogte en houden met al deze factoren rekening bij de zorg voor hun patiënten.

De Europese en Amerikaanse verenigingen van hartchirurgen hebben een Task Force opgericht om tot een advies te komen met betrekking tot eenduidige maatvoering en weerstandsmetingen zodat kleppen onderling beter vergeleken kunnen worden. De Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie ondersteunt dit initiatief.

Mocht u als patiënt vragen hebben over uw geïmplanteerde hartklepprothese, of wordt er binnenkort een hartklepoperatie bij u verricht, dan kunt u altijd contact opnemen met uw behandelend hartchirurg of cardioloog.

Bestuur Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie